Posts

Posts uit januari 4, 2015 tonen

2-1-62 avondlicht

Afbeelding
De dorpsjongens vliegerden op de oever langs de rivier. Ze schreeuwden luidkeels, ze lachten, zaten elkaar achterna en waadden de rivier in om de gevallen vliegers te pakken. Hun opgewondenheid was aanstekelijk, want de ouderen stonden hoger op de oever naar hen te kijken en hen toe te roepen en aan te moedigen. Dit scheen het avondvertier voor het hele dorp te zijn; zelfs de hongerige, verwaarloosde honden blaften blij; iedereen had deel aan de opwinding. De rivier was alles voor hen. Nu en dan baadden ze erin, ze wasten er hun kleren en hun magere lichamen in, ze aanbaden haar en wierpen er bloemen in, als ze die konden krijgen, om hun eerbied te betonen; ze visten erin en stierven aan haar oever. De rivier bleef heel onbewogen onder hun vreugde en hun verdriet; ze was zo diep, ze droeg zo'n gewicht en zo'n kracht in zich. Zwaluwen vlogen heel laag en raakten bijna het water, dat de kleur van een zachtbrandend vuur had. Maar het grootste wonder van alles wa

dankbaarheid

Afbeelding
Dankbaarheid komt meer en meer vrij naarmate je in je hart beleeft, ervaart, hoe groots en veelomvattend het leven is. Hoe onvoorstelbaar geweldig dat alles in elkaar zit. Dat alles klopt, in elkaar past. Dat het zo, zo rechtvaardig is, en zozeer dat er Liefde en begrip uit spreekt. Je voelt je hierin eigenlijk heel nietig, heel klein. Hoemeer dat Andere in je vrij mag komen, ervaren mag worden. Dit betekent niet dat je dan kruipend op je knieën door t leven gaat. Nee je gaat juist met een rechte rug, oprecht door t leven. Met een lichte tred. Omdat je jezelf gedragen weet door dat Andere, door de Liefde. Maar opblazen zul je jezelf niet meer. Niets meer waar je, je eventuele grootheid op baseert. Dit alles verdwijnt. Verdwijnt in het ervaren/beleven van de grootsheid, de Alomvattende Liefde van dat Andere. Wat niet van deze wereld is maar deze wereld draagt en vervuld met Liefde. Er is slechts dankbaarheid dat je leeft. Dankbaarheid hoe mooi het leven is. En uit dan

Licht op de duisternis

Men wordt niet verlicht door zich allerlei beelden van licht voor te stellen, maar door zich bewust te worden van de eigen innerlijke duisternis. Gustav Jung Ja, dat is de kern wat ik steeds wil delen, en de weg die ik zelf gegaan ben. Alles wat duister is, wil in het Licht komen. Het wil gezien worden, bevrijd worden, ontmaskerd worden geheeld worden. Dat doet vaker pijn ja, zeker, intens pijn kan dat doen. Maar niks mis mee, als het louterend mag werken, als je de pijn echt doorvoeld in verbinding met jezelf, en niet meteen naar buiten plaatst. Of weer naar onderen drukt. Of visualiseert dat alles weer goed is. Dan zal de pijn alleen maar voortduren, de duisternis je blijven belagen op onverhoedse momenten toeslaan. Dan blijf je gespleten, en het gaat erom dat je heel wordt. Dan ben je Vrij, heb je je waarlijk Vrijgemaakt en zul je overal en altijd Vrij zijn. Ja, dan ben je waarlijk Vrij in het Licht, als de duisternis is opgelost in dat Licht. lieve warme groet K

zin van het leven

Wat is de zin van het leven? Het lijntje naar boven. Zo noemde Albert Plesman dat, de oprichter van de KLM. Tegenwoordig heet dat spiritualiteit. Alles wat je doet, beleeft, al je relaties zijn daarin betrokken. Het is zoiets als even stilstaan en je openstellen naar boven. Het gaat erom dat je die dimensie de ruimte geeft. En dan goed opletten op kleine aanwijzingen in het gewone leven om je heen of van binnen. Ietske Jansen Wat ze hierboven beschrijft, stem hier helemaal mee in, dat is uiteindelijk de enige zin. Zonder Verbinding kun je wel zeggen dat je spiritueel bent maar je bent het niet. Je hebt een toetssteen nodig, voeling met iets wat echt Weet, in jou. Daar verantwoordelijkheid voor nemen, daar naar luisteren. En dat kan alleen met een open hart. Pas dan ben je wakker. En ja, dat betekent kwetsbaar zijn, dan kun je echt geraakt worden. lieve warme groet Kagib

de Stroom

Afbeelding
Je kunt je leven in een bepaald kader zetten, een bepaald doel nastreven, voor iets gaan. Ook Tao, je Essentie kan die intentie hebben, jou daartoe aanzetten om dit te doen, omdat dit gewoon in de Stroom past, het moment dit vraagt. Maar terwijl je hiervoor gaat blijft het van fundamenteel belang open te blijven voor alle nieuwe prikkeltjes. Je er niet op te fixeren, je er niet in vast te bijten. Helemaal vol ervan zijn, erin verdrinken, waardoor de ruimte voor Tao voor je Essentie verdwijnt. Een volgend moment kan alles anders zijn, iets anders gevraagd worden. Misschien zelfs om te stoppen, of een wending een andere aanpak, alles loslaten. Ook dit dan toelaten, dit Zien, dit Weten. Zo blijf je in de Stroom. En toch alles geven wat in je is. Het is heel subtiel, vraagt om grote subtiliteit, afstemming. Het ego kan die Stroom niet ervaren, die Stem. Die is vol van zichzelf, daar is geen ruimte voor het Tao. Dus uiteindelijk kan die Stroom pas meer en meer ervaren worde

uit het paradijs

De stap uit het paradijs is een noodzaak voor onze psychische groei. Het is een stap richting werkelijk bewustzijn in een besef van tijd en ruimte, van oorzaak en gevolg. In feite is het de waarlijke geboorte van de mens . Karen Hamaker Ben het helemaal met haar eens. Niks mis met die val. Het gaat om bewustwording, weer vrijmaken wat Eeuwig is, in onszelf. En dat kan alleen maar hier omdat hier alles door elkaar zit. En dat gaat juist via confrontatie, botsen op elkaar, botsen op het leven. Dat gaat juist via wrijving, schroeien, pijn, onmacht. Zo tot die bewustwording komen. Maar zolang we ons niet openen voor Dat wat alles in gang gezet heeft, krijgt het leven niet echt perspectief. Dan heeft het eigenlijk weinig zin, leven we ons leven uit, ene dag ging wat lekkerder dan de ander maar gaan we weer weg zoals we gekomen zijn. Dan gaat de uitspraak op, in de bijbel: 'Het Licht schijnt in de duisternis maar de duisternis heeft het niet aanvaard'. Of zoiets,

18-12-61 de stroom

Afbeelding
Hoog in de bergen, tussen de dorre rotsen zonder boom of struik, was een kleine stroom, die uit massieve, ongenaakbare rotsen kwam. Het was nauwelijks een stroom te noemen, het was een straaltje. Bij het neerkomen vormde het een waterval, niet meer dan gemurmel; het kwam verder omlaag, omlaag het dal in en daar juichte het al over zijn kracht, over de lange weg die het door steden, dalen, bossen en open vlakten zou afleggen. Het zou een ontembare rivier worden, die buiten haar oevers zou treden, die zich al voortstromend zou zuiveren, zich over rotsen zou storten, naar verre landstreken zou stromen, eindeloos zou stromen naar de zee. Het was niet zozeer belangrijk om de zee te bereiken, dan wel om een rivier te zijn, heel breed, heel diep, rijk en prachtig. Ze zou de zee in stromen en verdwijnen in de wijde, bodemloze wateren. Maar de zee was ver weg, vele duizenden kilometers en van nu tot dan was ze leven, schoonheid en ongebroken vrolijkheid; niets kon dat verhinder