Posts

Posts uit mei 27, 2012 tonen

de keuze uit roman de Golem

Dan loste de duisternis mijn kamer op in een oneindig lege ruimte, in welks midden ik me op mijn leunstoel gezeten wist, voor mij weer de grauwe schim met de arm uitgestrekt. En toen ik de ogen opsloeg, stonden in twee elkaar snijdende kringen die een acht vormden, vreemde wezens om ons heen. Die van de ene kring gehuld in gewaden met violette glans, die van de andere in roodachtig zwart. Mensen van een vreemd ras, van lange, onnatuurlijk tengere bouw, het gezicht verborgen achter glanzende doeken. Het bonzen van het hart in mijn borst zei me, dat het tijdstip van de beslissing was aangebroken. Mijn vingers strekten zich naar de korrels - en toen zag ik, dat een siddering door de gestalten van de roodachtige kring voer. Moest ik de korrels afwijzen? Dan beving de siddering de blauwachtige kring - ik keek de man zonder hoofd scherp aan; daar stond hij - in dezelfde houding: onbeweeglijk als tevoren. Zelfs zijn ademen was opgehouden. Ik hief mijn arm op, wist nog steeds niet,

ego en persoonlijkheid

Afbeelding
Wat is dat, ik? Het is niks. Een woordje. Het is maar wat je onder t ik verstaat he, wat je eraan verbindt. Ontleen je er waarde aan, moet je er iets mee? Er is een groot verschil tussen ego en persoonlijkheid. De persoonlijkheid kan de Christuskracht uiteindelijk doorlaten, de persoonlijkheid uitgezuiverd van het ego. Je volgt nog slechts, de Stroom van binnenuit. Uiteindelijk is er een basis waarin het vervuld is, maar de Weg gaat altijd door in verdere ontvouwing, verdieping, verruiming. Maar je ego hoeft er niks meer mee, die is verdwenen. Uiteindelijk ben je niets, ben je alles. Alles mag van je gemaakt worden, dat maakt voor wie je Bent niets uit, want dat Weet je Zelf. Daarin spreekt het Weten, waar nodig het Geweten. Daarom ben je uiteindelijk ook vrij in die Verbinding. Wat andere mensen ook over je zeggen. Je neemt verantwoordelijkheid voor je Bewustzijn, je Essentie, niet meer niet minder. Uiteindelijk ben je dan vol-ledig, dus leeg van je ikje van het ego e

angst

Er hing een spanning in de lucht, waarvoor ik geen verklaring kon vinden, die echter toch als iets tastbaars aanwezig was en zich binnen enkele seconden zo heftig aan mij meedeelde dat ik van onrust aanvankelijk nauwelijks wist, wat ik het eerst moest doen: licht maken, de deur achter me sluiten, gaan zitten of op en neer lopen. Was iemand tijdens mijn afwezigheid naar binnen geslopen en hield zich verborgen? Was het de menselijke angst voor de blik van de ander, die mij beving? Ik voelde achter de gordijnen, opende de kast, keek in de zijkamer: niemand. Waarom opeens die angst? Ik wilde me verwijten, dat ik laf was: de gedachten bleven steken. Midden in de zin. "Er is hier toch niemand" zei ik hardop en gemelijk tegen mezelf, "ben je dan ooit in je leven bang geweest?" Het hielp niets. De lucht die ik inademde, werd ijl en snijdend als ether. Als ik maar iets gezien had: het afschuwelijkste wat men zich kan voorstellen - in een oogwenk zou de vrees van

de verschijning uit roman de Golem

"Waarom biedt hij me toch zo hardnekkig die korrels aan?" vloeide een gedachte op me toe, ebde weg en kwam terug. Ebde weg. Kwam terug. Langzaam werd me tenslotte duidelijk, dat een merkwaardig wezen voor me stond - misschien al zolang ik hier zat, gestaan had en de hand naar me uitstrekte: Een grijs breedgeschouderd schepsel, ter grootte van een gedrongen mens, op een spiraalvormig gedraaide knoestige stok van wit hout geleund. Waar het hoofd had moeten zitten, kon ik slechts een nevelkluwen van vale mist onderscheiden. een muffe lucht van sandelhout en natte molm ging van de verschijning uit. Een gevoel van volslagen weerloosheid beroofde mij bijna van mijn bezinning. Wat ik heel die lange tijd aan zenuwslopende kwellingen had doorgemaakt, balde zich nu tot doodsschrik samen en had in dit wezen vorm gekregen. Mijn instinct tot zelfbehoud zei me dat ik waanzinnig van ontzetting en vrees zou worden, als ik het gelaat van het fantoom te zien zou krijgen - waarschu

conditionering

Afbeelding
Conditionering, zo'n belangrijk aspect in het totale leven. Iedereen is weer in/tot iets anders geconditioneerd vastgezet, gevormd. Dat wat vastgezet gevormd is wil niet zo makkelijk weer loslaten, oplossen, zich weer omzetten, veranderen, tot iets anders komen, verruimen, verdiepen. Dat is t ego, conditionering, houden wat is, vasthouden aan wat is, hetzelfde blijven, het houden bij wat veilig is wat gekend wordt. De rest is onzeker en houdt t ego t liefste van zich af, houden we ver van ons vandaan. Wil dit veranderen, is voorwaarde, stilstaan bij onszelf, aandacht, aanwezig zijn. Durven doorlicht te worden. Durven te zien waardoor we geconditioneerd zijn. Durven ons ego in het Licht te zetten, te doorlichten, het te laten belichten. Durven ons te laten inlichten wat t Licht hierin zegt, het Geweten, het Weten in het hart. Voorwaarde daarvoor is openheid, een open hart. Dat het leven echt binnen mag komen, mag raken, wat dan ook geraakt kan worden. Dat is het An