Posts

Posts uit maart 25, 2012 tonen

6-12-61 de waterlelies

Het was een koele morgen en de zon kwam langzaam op achter het dichte geboomte; er vielen lange schaduwen en de zachte dauw lag nog op het gras. In de kleine vijver dreven twee blauwe waterlelies met een gouden hart; het was een lichtgouden kleur en het blauw was het blauw van de lentehemel. De bladeren waren rond en heel groen en een kleine kikvors met starende ogen zat bewegingloos op één ervan. De twee waterlelies waren de verrukking van de hele tuin, zelfs de grote bomen zagen zonder schaduw op hen neer; ze dreven teer, zacht en stil in hun vijver. Als je naar ze keek, hield ieder reageren op, je gedachten en gevoelens losten op en alleen die twee lelies bleven over in hun schoonheid en vrede. Ze waren intens, zoals alles wat leeft dat is, behalve de mens, die zo onophoudelijk met zichzelf bezig is. Terwijl je naar die twee keek, was de wereld veranderd, niet in een betere maatschappelijke orde, waarin minder tirannie en meer vrijheid was, of waarin de armoede was opgeheven, ma

het Goddelijke Plan

Afbeelding
Er is een Plan, een Goddelijk Plan met ons zijn, ons mens zijn hier op aarde. Alleen het is niet aan tijd gebonden. Vroeg of laat zal het vervuld zijn, alles vervuld zijn. Dan zal alles weer één zijn, de afgescheidenheid voorbij zijn. Een deel in onszelf is al een. Het gaat er nu om dat wij hiermee uiteindelijk weer versmelten. Dit Plan omvat eindeloze stadia van ont-wikkeling, de verandering gaat altijd door. Het is mogelijk dat stadium na stadium zich in volledige harmonie ontvouwt en zo niet............. dan plukken we de vruchten van dit afwijken, van het uit de Stroom gevallen zijn. Totdat we tot bezinning komen, en weer vrijwillig hiernaar terugkomen, weer meestromen. Elke frictie in onszelf, alle beladenheid, geladenheid is een teken dat we uit het Plan zijn gestapt of daar dreigen uit te stappen. Alle eigenwilligheid, alle het zelf beter denken te weten, denken te kunnen. We breken los en plukken de vruchten van het losgebroken zijn. Tuurlijk mag je delen, in wat je bel

4-12-61 gewoontes

Al maken gewoonten het leven gemakkelijker, ze vernietigen de sensitiviteit. Gewoonte geeft een gevoel van veiligheid, maar hoe kunnen er alertheid en sensitiviteit zijn, wanneer er gewoonten gekoesterd worden. Hoe snel wordt alles tot gewoonte, verdriet net zo goed als plezier; dan ontstaat de verveling en dat merkwaardige verschijnsel dat vrije tijd heet. Op het gewoontebestaan van veertig jaar werken volgt vrije tijd, zoals er vrije tijd is aan het einde van de dag. De gewoonten hebben hun beurt gehad en en nu is de vrije tijd aan de beurt, die ook weer tot gewoonte wordt. Het mechanisme van de gewoonte is het denken dat altijd op zoek is naar veiligheid, naar de een of andere comfortabele toestand waarin het nooit kan worden gestoord. Dit zoeken naar wat duurzaam is sluit gevoeligheid uit. Gevoelig zijn doet nooit pijn, alleen die dingen waarin je beschutting hebt gezocht veroorzaken pijn. Totale gevoeligheid betekent volkomen levend zijn en dat is Liefde. Krishnamurti

4-12-61 zo binnen zo buiten

Je kunt niet naar het uiterlijke kijken en luisteren zonder verder te dwalen naar het innerlijk. In wezen is het uiterlijke het innerlijke en het innerlijke het uiterlijke; ze zijn moeilijk, bijna onmogelijk van elkaar te scheiden. Je kijkt naar de prachtige boom en je vraagt je af wie wie waarneemt; na een poosje is er helemaal geen waarnemer meer. Alles is zo intens vol leven; er is alleen maar leven en de waarnemer is zo dood als het blad dat daar ligt. Er is geen scheidingslijn meer tussen de boom, de vogels, de man die in de schaduw zit en de aarde vol overvloed. Er is deugd zonder denken en dus is er orde. Orde is niet duurzaam. Ze is er slechts van ogenblik tot ogenblik en terwijl de zon ondergaat nadert als vanzelf het oneindige, als een welkom zonder grenzen. De vogels zijn stil geworden, want het wordt donker en alles komt langzaam tot rust, gereed voor de nacht. Het brein, dat prachtige, gevoelige instrument vol leven leven, is volslagen roerloos. Het kijkt en luistert a

de Wet

Afbeelding
Wat in je bloed zit, daar wordt je door geleefd. We zeggen dat toch soms tegen elkaar, het zit in zijn bloed, het zit in mijn bloed. Dit is natuurlijk een heel neutraal gegeven, van alles kan in je bloed zitten. Dus dan gaat t erom wat zit er dan in je bloed, waar wordt je door geleefd? Wat echt in het bloed zit daar kom je niet zo makkelijk vanaf. Pas als er iets nieuws iets echt nieuws het bloed in kan komen dan komen er mogelijkheden. Als de Gnosis door t hart naar binnen mag stromen, jou mag gaan leiden van binnenuit, inlichten, belichten, doorlichten. Dat deze Kracht alles kan verwijderen wat in je bloed zit waar je door geketend bent, waar je door geleefd wordt. Geleefd door het verleden. Gnosis is niet van het verleden, Gnosis staat buiten de tijd, en zal zo jou meer en meer een bewoner/ster kunnen maken van de Eeuwigheid. Dat is het ware reinmaken van het hart. Het gaat dus niet over een uiterlijke wet, geboden en regels. Dit gaat om de innerlijke wet, het innerlijke G

4-12-61 de boom

Onder de boom was het heel rustig; er waren heel veel vogels aan het roepen, zingen en kwetteren, eindeloos ongedurig. De takken waren enorm, mooi van vorm, glanzend, glad en heel verrassend om te zien; ze hadden een lijn en een gratie die tranen in je ogen brachten en die je versteld deden staan over de dingen van deze aarde. De aarde bezat niets mooiers dan de boom en wanneer die sterft zal hij nog mooi zijn. Iedere tak naakt en aan de hemel blootgesteld, gebleekt door de zon; op zijn naaktheid zullen vogels rusten. Daar in die diepe holte zal een schuilplaats voor uilen zijn en de kleurige, krijsende papegaaien zullen in het gat in die tak daarboven nestelen; er zullen spechten komen, met hun rode rechtopstaande kuifveren, om er een paar gaten in te hakken en natuurlijk zullen er die gestreepte eekhoorns zijn, die over de takken rennen, steeds over iets klagen en altijd nieuwsgierig zijn; helemaal op de bovenste tak zal een roodwitte adelaar waardig en alleen het land overzien. Er

29-11-61 genegenheid

Zonder sensitiviteit kan er geen genegenheid zijn. Persoonlijk reageren duidt nog niet op sensitiviteit. Iemand kan gevoelig zijn met betrekking tot het eigen gezin, de eigen prestaties, status en capaciteiten. Dat soort gevoeligheid is reactie, beperkt, bekrompen en aan verval onderhevig. Sensitiviteit is iets anders dan goede smaak, want goede smaak is persoonlijk; schoonheid, gewaar-zijn betekent vrij zijn van persoonlijk reageren. Zonder waardering voor en sensitief gewaar-zijn van schoonheid is er geen Liefde. Dit gevoelig gewaar-zijn van de natuur, de rivier, de hemel, de mensen, de smerige weg, is genegenheid. De essentie van genegenheid is gevoeligheid. Maar de meeste mensen zijn bang om gevoelig te zijn; voor hen betekent gevoelig zijn gekwetst worden; dus verharden ze zich en houden zo hun leed in stand. Of ze vluchten in allerlei vormen van vermaak; de kerk, de tempel, praatjes, de bioscoop en sociale hervormingen. Maar gevoelig zijn is niet persoonlijk en als het dat w