Posts

Posts uit oktober 23, 2011 tonen

12-10-42 de Ziel

Als fonkelende sterren op het donkere fluweel van mijn herinnering liggen daar de vele indrukken. De leeftijd van de ziel, die een andere leeftijd is dan die welke geboekt staat bij de burgerlijke stand. Ik denk dat de ziel bij de geboorte al een bepaalde leeftijd heeft die niet meer veranderd. Men kan met een ziel geboren worden die 12 jaar oud is. Men kan ook geboren worden met een duizendjarige ziel, er zijn soms kinderen van 12 jaar, aan wie men merken kan dat hun ziel 1000 jaren oud is. Ik geloof dat de ziel dat deel van de mens is dat het meest onbewust is, vooral bij de Westeuropeaan, ik denk dat de oosterling veel meer zijn ziel leeft. De westerling weet zich er eigenlijk niet goed raad mee en geneert zich voor die ziel als ware zij iets onzedelijks. Een ziel is iets dat gemaakt is uit vuur en bergkristallen. Is iets dat heel streng is en oudtestamentisch hard, maar ook zo zacht als het gebaar waarmee zijn behoedzame vingertoppen soms mijn wimpers streelden. Etty Hillesum

10-10-42 bidden

Ik geloof, ik kan alles van dit leven en van deze tijd dragen en verwerken. En wanneer de onstuimigheid te groot is en wanneer ik er helemaal niet meer uit weet te komen, dan blijven me altijd nog twee gevouwen handen en een gebogen knie. Het is een gebaar dat ons joden niet van geslacht op geslacht is overgeleverd. Ik heb het moeizaam moeten leren. Het is mijn kostbaarste erfdeel van de man wiens naam ik al bijna vergeten heb, maar wiens beste deel ik verder leef. Wat is dat eigenlijk een merkwaardige geschiedenis geweest van mij; die van het meisje dat niet knielen kon. Of met een variatie: van het meisje dat leerde te bidden. Het is mijn intiemste gebaar, intiemer dan die ik heb in het samenzijn met een man. Men kan toch immers niet al zijn liefde over één mens uitgieten? Etty Hillesum

Universele Liefde

Afbeelding
Geweldig he, er is iets in ons en om ons, dat wat alles doorstraalt wat puur Liefde is. Echt puur Liefde. En die pure Liefde kunnen wij worden, daarmee kunnen wij één worden als we ons voor dit proces, dit omzettingsproces van sterven en geboren worden openstellen. Het proces van ondergaan en opstaan, van verdwijnen en verschijnen, van leeggemaakt worden en weer gevuld, vervuld worden. Het is was en zal altijd Zijn. Geen tijdelijke illusie maar Eeuwige Waarheid. Met deze Waarheid zullen en kunnen wij versmelten als dit ons diepste verlangen is. Deze Liefde wil door ons heen de wereld instromen, en alles bevruchten wat van deze wereld is. Zo kan waarlijk het paradijs terug op aarde komen. In deze Liefde zijn we één zijn we verbonden. Deze Liefde is universeel, kijkt niet naar nationaliteiten of kleurtjes, zelfs uiteindelijk niet naar familie of kennissen of vrienden/vriendinnen. Deze Liefde heeft alles en iedereen lief. In deze Liefde zal uiteindelijk alles oplossen, waar we

8-10-42 er Zijn voor de ander

Ik ben nu ziek, ik kan er niets aan doen. Later zal ik daar alle tranen en verschrikkingen gaan verzamelen. Ik doe het hu toch eigenlijk ook al, hier in bed. Misschien ben ik daarom wel zo duizelig en koortsig? Ik werd zonet uitgedroogd wakker en greep naar mijn glas water en was zo dankbaar voor die ene slok water en dacht: Kon ik daar alleen maar rondlopen om aan enkelen van die opgestapelde duizenden een slok water te geven. Dat is altijd weer hetzelfde gevoel bij me: och, het is toch allemaal niet zo erg, wees maar stil, het is niet zo erg, weer maar stil. Wanneer er weer eens een vrouw zat te huilen achter een van onze registratietafels of een hongerig kind, dan liep ik erheen en ging achter haar staan, beschermend, mijn armen gekruist over de borst en glimlachte een beetje en zei in mezelf tegen zo'n ineengedoken en ontredderd stukje mens: het is toch allemaal niet zo erg, het is heus niet zo erg. En ik bleef maar staan en was, iets doen kon men toch niet? Soms ging ik naast

3-10-42 dichter zijn

Er is geen dichter in mij, er is wel een stukje van God in mij, dat tot dichten zou kunnen aangroeien. In zo'n kamp moet toch een dichter zijn die het leven daar, ook daar, beleeft als dichter en ervan zal kunnen zingen. 's Nachts, als ik daar zo lag op mijn brits, temidden van zachtjes snurkende hardop dromende, stilletjes huilende en woelende vrouwen en meisjes, die overdag zo dikwijls zeiden: 'We willen niet denken, we willen niet voelen, anders worden we gek', dan was ik soms van een eindeloze vertedering en lag wakker en liet de gebeurtenissen, de veel te vele indrukken van een veel te lange dag langs me passeren en dacht: 'laat mij dan het denkende hart van deze barak mogen zijn.' Ik wil het weer zijn. Ik zou het denkende hart van een heel concentratiekamp willen zijn. Ik lig hier nu zo geduldig en tot rust gekomen, ik voel me ook al een stuk beter, niet geforceerd, maar echt beter. Ik voel nu ook weer de kracht in me om te gaan; ik denk ook niet meer ove