Posts

Posts uit juli 17, 2011 tonen

6-7-42 afscheid nemen

Een paar dagen geleden nog dacht ik: het allerergste voor mij zal zijn, wanneer me geen potlood en papier meer toegestaan zal zijn om af en toe wat tot klaarheid te komen met mezelf, dat is voor mij het aller- en allernodigste, anders zal er op den duur iets in mij uiteenbarsten en me vernietigen van binnenuit. En nu weet ik: als men een keer begint zijn eisen en wensen te laten vallen, dan kan men ook afstand doen van alles. In die paar dagen heb ik dat geleerd. Misschien kan ik hier nog een maand blijven en dan zal dit gaatje in de verordening ook wel ontdekt zijn. Ik zal orde gaan scheppen in mijn papieren en iedere dag neem ik afscheid. En het werkelijke afscheid is dan alleen nog maar een kleine uiterlijke bevestiging van datgene wat zich innerlijk van dag tot dag al in mij voltrokken heeft. Etty Hillesum

levensreis

Afbeelding
Is nou wel of niet alles Tao? Ja, dat heb je met Taoïsme, vaak die schijnbare tegenstellingen. Het is allebei. Ja, er is een speciale Taostroom. En ja, ook als je niet in die Stroom zit is uiteindelijk toch alles Tao. Want als je buiten de Stroom zit/valt doet toch uiteindelijk alles eraan om je weer terug in die Stroom te brengen. Het laat je doen, wat je maar wil doen, wat je maar goed lijkt, waar je maar voor gaat. Het Weet vroeg of laat kom je weer tot bezinning, en keer je weer vrijwillig terug naar de Stroom. Kan lang duren, kan kort duren. Dat maakt Tao niet uit, alles deel van t spel. Vaker bouwt zich iets meer en meer op, en op, en op, spanningen en frustratie, druk, stress. Dan komt er misschien een uitbarsting, een innerlijke ontploffing. Je draait door, raakt over de toeren, en zo kom je misschien tot bezinning. In die bezinning wordt je dan misschien ontvankelijk voor de Stroom van Tao, de Stem van Tao. Ziekte geeft ook geweldige mogelijkheden, ongelukken. Wan

3-7-42 vrijgemaakt

Er is zo verschrikkelijk veel in me gebeurd de laatste dagen, maar nu heeft zich eindelijk iets uitgekristalliseerd. Onze ondergang, onze waarschijnlijk ellendige ondergang, die nu al begonnen is in de vele kleine dingen van het dagelijkse leven, heb ik regelrecht in de ogen gezien en de mogelijkheid daarvan heeft een plaats in mijn levensgevoel gekregen, zonder dat mijn levensgevoel daardoor in kracht verminderd is. Ik ben niet verbitterd en ik ben niet opstandig, ik ben ook niet meer moedeloos en geresigneerd ben ik helemaal niet. Mijn groei gaat even onbelemmerd door, van dag tot dag, ook met die vernietigingsmogelijkheid voor ogen. Ik zal niet meer coquetteren met de woorden, die toch maar misverstanden oproepen: ik heb met het leven afgerekend, er kan mij niets meer gebeuren, en het gaat toch immers niet om mij persoonlijk, het doet er toch niet toe of ik ten onderga of een ander, dat er ten ondergegaan wordt, daarom gaat het. Met: 'Met het leven afgerekend' bedoel ik:

Dageraad

Afbeelding
Dageraad. Vindt t wel een erg mooi beeld, het Licht dat komt. Het Licht dat de duisternis verlicht, laat oplichten. Het Licht dat ons inlicht over wat in de duisternis verborgen is. De duisternis is dus niet negatief. Gewoon potentie, kans, mogelijkheid, ont-dekkingstocht, bevrijdingsweg. Meer en meer dat begint te dagen. Meer en meer dat opklaart, helder wordt. Zoveel dat er is. Maar er nu nog niet is. Wat nu nog verborgen is. Dat door ons zichtbaar gemaakt mag worden. Een uitdaging. De durf hebben, om dat wat in ons innerlijk duister is, nog in het duister is open te stellen voor t Licht. De confrontatie met t Licht kan pijn doen. Maar zal uiteindelijk zo helend zijn. Zodat binnenin het meer en meer dag mag worden. De Zon op mag komen, meer en meer mag gaan schijnen, ons verwarmen, vervullen. Het Licht dat zonder oordeel is, gewoon Licht is. En t leven licht zal maken. Lichtvoetig, gedragen door het Licht. Kagib De uitgesproken woorden

3-7-42 alles

Ach, we hebben het toch immers alles in ons, god en hemel en hel en aarde en leven en dood en eeuwen, vele eeuwen. Een wisselend decor en handeling van de uiterlijke omstandigheden. Maar wij dragen alles in ons en de omstandigheden zijn toch niet doorslaggevend, nooit, omdat er immers altijd omstandigheden zullen zijn, goede en slechte, en het feit van de omstandigheden, de goede en slechte, moet men aanvaarden, wat niet belemmert dat men zijn leven eraan kan wijden de slechte te verbeteren. Maar men moet weten uit welke motieven men die strijd voert en men moet beginnen bij zichzelf, iedere dag opnieuw bij zichzelf. Etty Hillesum