Posts

Posts uit september 19, 2010 tonen

ont-moeting

Zien we elkaar wel? Of nog belangrijker, willen we elkaar wel zien? Laten we elkaar werkelijk toe, dat wat is, zonder invulling, zonder verbeelding. Werkelijk elkaar proberen te begrijpen, begrip voor elkaar te hebben. Echt je openstellen voor de ander, zonder bevooroordeeldheid. Echt elkaar ont-moeten, zonder moeten. Elke keer weer elkaar opnieuw, als nieuw ont-moeten. Alsof er niks gebeurd is. Niet vastgezet in een beeld, niet vastgezet in het verleden, maar steeds weer totaal de ander toelaten in dat wat is. Wat nu is. Waarin zijn we werkelijk onbevangen? Zijn we die onbevangenheid niet kwijtgeraakt? Het vertrouwen in de ander, in het leven? Zijn we het daarom zelf gaan doen. Hebben we ons daarom gepantserd, gevangen gezet in al die beelden over die ander, over het leven? Daarachter zijn we veilig, maar kan t daar ook niet heel koud zijn, geïsoleerd, afhankelijk? Afhankelijk van zoveel. Omdat het leven niet totaal door ons heen kan stromen. Omdat het Leven ons daard

erfelijkheid en meer afsluiting

Ja, wanneer iemand de moed zou opbrengen dit geloof en de wil tot die bestemming een eerste plaats in zijn leven te geven, dan krijgt hij alles wat zich voor het dagelijkse brood alleen, of in de eerste plaats, ingezet heeft, min of meer tegen zich. Niet alleen in de wereld, maar ook in zijn eigen lichaam. Zijn 'komaf' in aardse zin is daar nl helemaal niet van gediend. Daaruit ontstaan de grootste levensconflicten en het is aan het bijzondere vermogen, dat een mens zich gekozen heeft, te danken, dat hij deze conflicten in zich zal weten op te lossen. Ondanks de overheersing der aardemachten is het dan zijn geest, die zich daarvan weet los te maken, zodat hij gedurende het aardse leven reeds de wereld kan leren kennen die boven zijn zinnelijkheden uit is. Er zijn aan genoemde uitspraak ook verder merkwaardige gevolgtrekkingen te overwegen. Zij verstoort nl de idylle, dat de mens die alleen het gevolg is van de geslachtsdaad, als animale lichamelijkheid een schepping Gods zou w

erfelijkheid en meer 1

Wie zal kennen vader en moeder, zal genoemd worden de zoon van een hoer . De moeilijkheid is dat we onder de mens, zoals hij reilt en zeilt, het produkt van de geslachtsdaad verstaan waardoor een iedere boreling, hetzij man of vrouw, beladen is met een hoeveelheid ouderlijke en voorouderlijke eigenschappen, waarvan het mensje er voorlopig nog geen enkele heeft verworven. Deze erfelijkheden bezitten een niets ontziende drang zich in de biologische mens voort te zetten en streven ernaar zich van de medewerking van de nieuwgeborene te verzekeren. Dat deze medewerking niet altijd vrijwillig gegeven wordt, weet een ieder, die met het materiaal van zijn geslachtsregister overhoop heeft gelegen en dat nog doet. Maar tegelijkertijd komt een ongevraagde instelling op, een eigenaardige neiging tot zelfstandigheid en zich-zelf zijn, die zowel voor de ouders als de mens zelf, onverwacht en verrassend is. Dan worden de hoofden bij elkaar gestoken en met enige verbazing en soms spijtigheid hoort

Realiteit

Nu kan er vervulling zijn, je totaal vervuld zijn. Zonder enig beeld over het verleden, of verlangen naar dat verleden. Zonder enig verlangen naar iets in de toekomst. Alleen maar dit nu. In het Eeuwige nu kan en zal uiteindelijk alles tot vervulling komen, samenkomen, samensmelten. Er is een werkelijkheid die bestaat, die heel concreet is. Maar over die werkelijkheid worden heel veel beelden gevormd. Van daaruit ziet ieder die werkelijkheid, ook bv de materie net weer anders, en bezien we elkaar vanuit een bepaalde achtergrond. Daarin zien we elkaar vaak niet meer, alleen onszelf. Het beeld dat we over de ander hebben. Toch kun je terugkeren naar een zijnsstaat waarin je puur ziet wat is. Als alle beelden verdwenen zijn. Dat wat is in het moment. Je doet je ogen open, en van alles verschijnt er, dus ook de stoel, de tafel, de computer, wat dan ook. Die zijn ook concrete realiteit. Die verbeeldt je jezelf niet, ook niet als je weer puur verbinding hebt met de werkelijkheid.

bruidegom en bruidsvertrek afsluiting

Het beginsel van het ware Zelf ligt diep in het onderbewuste verborgen. Hoewel het steeds als zodanig werkzaam is en en zich doet kennen als een ware autonomie van de ziel, beantwoordt de voltrekking ervan in de zelfbelevenis niet aan voorgeschreven wetten. Evenals een bloem zich ontplooit volgens de eigen natuurnoodwendigheid, volgt de bewustwording van het zelf de oer-eigen wet der zelfbestemming. Deze zelfbestemming ligt aan ieder mens ten grondslag. Hij spreekt over de stem van zijn geweten of zijn intuïtie, of schrijft de zelfingeving toe aan machten buiten hem; hoe dan ook, naarmate hij voortgaat op die innerlijke weg, zal hij al deze wetmatigheden ervaren in een zelfbelevenis, die de kwaliteiten oplevert van het Zelf-zijn. Deze beleving is de uitdrukking van een wetmatigheid in hogere zin, zoals die wel als een nieuwe geboorte wordt voorgesteld, die het gevolg is van 'de bruiloft'. Deze ervaring is revolutionair, gelijk een doorbraak in de menselijke verschijningen en

bruidegom en bruidsvertrek 4

De eerste trede van die weg is aangeduid met nigredo, de zwartmaking. Dit zwarte verzinnebeeldt de dood, die niets anders is dan een beginstadium van waaruit de opstanding kan geschieden. Deze trap wordt begeleid door een heimwee-achtige toestand. Zonder enige twijfel wordt de weg door de Bergrede aangegeven die ingeleid wordt met de zaligsprekingen waarvan er een luidt: Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden. In psychologische zin is dit de bewustwording van de schaduw. Analoog hieraan is de tocht naar de moeders in het tweede deel van Faust, de nederdaling in het inferno, en ook de zo prachtig beschreven reis van Dante, die met de hel begint. Ieder mens die de weg der verlichting zoekt, wordt met de tegenstellingen van geboorte en dood, van hemel en aarde geconfronteerd. De weg leidt tenslotte tot de synthese, de verzoening der tegenstellingen door de werkzaamheid van een hogere eenheid. Deze belevenis kan niet onder woorden gebracht worden en op die wijze we

bruidegom en bruidsvertrek 3

In zonde leven is in afgescheidenheid leven. Want in de afgescheidenheid gevoelt een mens zijn tekort, de afwezigheid van het ene of het andere, waarvan hij hoopt en gelooft dat het zich met hem zal verenigen. In de verlorenheid van zijn afgescheiden bestaan streeft hij, en bidt hij, en vast hij, en zal hij alles doen om de afgrond die hem van het 'beloofde land' scheidt, op te heffen. Daarom gaat hij bruggen bouwen van geloof en verwachting en getroost hij zich alle mogelijke teleurstellingen om toch maar tot zijn bestemming te geraken. Zijn bestemming die hij aanvoelt als in het geheel te leven, in onvergankelijkheid en onaantastbare zelfstandigheid, in een staat waarin geen bederf en corruptie is, een toestand van onophoudelijke vervulling en realisering van zijn liefde en kracht. Dit streven, deze onuitroeibare drang in de mens is niet nieuw. Zover wij de geschiedenis van de mensheid kunnen nagaan, ontdekken we dat heimwee naar een verloren paradijs, het heimwee naar he