Posts

Posts uit april 11, 2010 tonen

Zelfkennis 2

Ge zijt het, maar de mens is in verwarring. Hij lijdt, hij heeft pijn, hij sterft van armoede en koude. Hij zegt: ik heb pijn en ik ben ziek en arm en verlaten en alleen en dood. Maar hij schijnt niet echt te willen leven. Hij moet zijn pijnen verlaten, zijn hardnekkige. Hij moet zijn armoede verlaten, die kale liefdeloze armoede. Hij moet zijn afhankelijkheden verlaten, alles waaraan hij zich vasthoudt, en zelfstandig gaan worden als hij zich zelf, d.i. het zelf wil leren kennen. Deze weg kan ieder mens gaan, maar ook ieder mens missen. Er zijn enorm veel herinneringspunten voor de mensen, merktekenen langs de moeizame weg. Waarom wil men die niet zien? Wanneer zullen de ogen zich openen? O, ik geloof zeker dat de ogen zich openen zullen. En dan komt een ieder voor zich tot de ontdekking dat hij iets nieuws is in de grote wereld. De kleine mens, de onwaarschijnlijk geringe mens. Hij doet de ontdekking, dat hij een zelfstandigheid is met een eigen stem en een eigen woord. Het is zijn s

Zelfkennis 1

Jezus zeide: Wie alles kent behalve zich zelf, mist alles. Welk een onherroepelijkheid ligt er in het woord van Jezus. Als ge niet het zelf kent, mist ge alles. Als de mens zich niet op weg begeeft naar het zelf, niet ernstig en oprecht, niet eerlijk en zonder verdere bijbedoelingen... hij is en wordt niet aangesloten op het ware verlichte leven en mist zodoende alles. Wat willen de mensen? Niet zich zelf. Als zij zich zelf willen, zouden ze het niet beter willen weten. De hoogmoed in de mens is zo groot dat ze het altijd beter willen weten, beter dan zij zelf zijn. In welk een omhulling heeft de mens zich begeven dat hij niet meer zichzelf herkent. Met welke waden heeft hij zich overtogen. Hoe ingehuld leeft hij, met welke duisternis heeft hij zich omringd. Het licht schijnt in de duisternis. Geen duisternis vermag het licht uit te blussen. Misschien willen de machten der duisternis dat. Alleen maar licht uitblussen, zodat overal op de wereld in de mensen duisternis zal heersen en zij

verantwoordelijkheid

Afbeelding
Dat is toch geweldig, als je dit door je heen laat dringen, het aloverkoepelende Bewustzijn, dat wat alles in gang gezet heeft, en tot op zekere hoogte alle touwtjes in handen heeft, is Liefde. En Liefde die alleen maar Liefde is, die er altijd is. Er altijd voor iedereen is. Het reikt elke seconde de hand. Als we die hand willen grijpen dan neemt Het ons mee op een ongelooflijke reis. Een reis met eindeloze fases en ont-wikkelingen, steeds verdere ontvouwing. Maar die Liefde dringt zich niet op. Het geeft ons alle vrijheid om ons ding te doen. Wat we maar willen. Maar dan zullen we ook de vruchten daarvan mogen plukken zonder oordeel. Alles energie, maar heel rechtvaardig. Dat is de vrije wil. Elke seconde kunnen we die hand pakken. Kunnen we ons overgeven aan dat wat werkelijk zeker is, wat werkelijk Weet wat werkelijk kan. Niet meer de schuld buiten leggen, maar bewust toelaten, tot je laten spreken, dit is mijn wereld die ik maak. Ik ben de enige die hier verantwoordelijk voor is.

de Hoeksteen afsluiting

Voor de zoeker wordt de levensgang een weg die trede na trede moet worden beklommen. Het is als een wonder zoals de innerlijke leiding alles in het werk stelt hem daarin bij te staan en zich onuitputtelijk liefdevol bewijst. Dit bewijs wordt echter alleen maar herkend als de mens niet wijkt in zijn zelfvertrouwen, in zijn uithoudingsvermogen en zijn goede wil tot het uiterste. Want in het uiterste zal hij zijn stempel ontvangen. Natuurlijk zijn er hachelijke situaties in het leven, op die tocht, situaties die door zijn medemensen dikwijls met de grootste afkeuring worden gememoreerd. De kritikasters en afbrekers vinden dan dat 'de- mens-op-weg' ofschoon onderhevig aan verzoekingen en daarmede in strijd gewikkeld, al reeds gestrand is, zelfs indien hij ook maar weinig moeilijkheden geeft. Het is vreemd gesteld, maar het behoort geheel bij de verworpenheid, hoe iedere poging tot opgang en verlichting al bij voorbaat gedoemd zou zijn te mislukken en er steeds mensen zijn die reikh

de Hoeksteen 4

Het intellect kan nooit aanvaarden dat de weg door het onbewuste loopt en het duistere onbewuste verlicht worden kan en vervuld van een leven dat zijn wedergave niet heeft en waarvan de werkelijkheid en de vreugde niet door het verstand gesanctioneerd kunnen worden. Daarvoor moet de geest de persoonlijkheid ondergeschikt gemaakt hebben. Het intellect neemt in het leven zo'n grote plaats in dat daarin de oorzaak ligt, dat vele mensen zich radeloos storten in een chaos van lusten en emotionaliteten, i.h.b wat de sexe betreft. Want het intellect heeft geen macht over de ziel van de mens en leeft in de zone der ontkenning tov de levende god in de ziel en de verlichting daardoor. Nooit zal het intellect de innerlijke slang in de mens kunnen richten en haar krachten doeltreffend doen zijn onder de macht van de geest. Want het intellect zegt dat het zelf die geest is. Dat is een valse aanmatiging. Zodra het intellect zich als heerser over het mensenleven opwerpt sluit zijn hoogmoedig geza

de Hoeksteen 3

De oude kathedralen dragen nog de kenmerken van de verborgen tempel. Zij getuigen ervan hoe in de mens een wijdheid is en een hoogte, die hij kan betreden en waardoor hij zich naar het allerbinnenste kan laten leiden om daar de bouw van de mensheidstempel te mogen aanschouwen en te kunnen begrijpen wie en wat de hoeksteen van de tempel geworden is. Wat op aarde verworpen wordt en niet erkend kon worden omdat de aardgeest er nog machtig is en zijn scepter zwaait over allen die nog te zwak van goeden wille zijn en niet de onweerstaanbare kracht in zich gevoelen om bij te dragen tot de tempelbouw. Daarvoor moet men met de grootste stelligheid weten dat men zijn medemensen iets van het licht wil schenken zodra men het zelf deelachtig wordt. Het vraagt een positieve, vreugdevolle instelling tot alles wat leeft. Dit geldt zonder onderscheid en er is nooit enige hovaardigheid in om dit te willen. Immers, hier begint de zelfzucht ons te verlaten en de dwingelandij, omdat we het licht leren die

de Hoeksteen 2

Men kan de verworpen steen niet kennen zoals men duizend andere dingen kent. Het enige kenmerk is voorlopig: de verworpenheid. Het is als geen steen. Daarom kan men er met grote verachting over spreken. Men weet niet genoeg woorden te vinden om hem daarmede de wereld uit te zetten. Om zichzelf schoon te wassen en te laten zien dat men gelijk heeft, zal men naarstig naar zijn ondeugdzaamheid zoeken. Natuurlijk. Jezus was er de incarnatie van. Hij is de hoeksteen van de tempel geworden al zou je het niet zeggen. Maar dat komt omdat die tempel niet gezien wordt. Het is een verborgen tempel. Bovendien, het verworpene is het verwante aan ons zelf. Het behoort in dezelfde zone als het zo stichtelijk bedanken voor het gastmaal. Zo verloochent de mens van ogenblik tot ogenblik zijn in-individuele, oer-eigen ziel. De hoogste intelligentie, de gevoeligste, de allerinnigste, het lichtvonkje van zijn geest, het straaltje goddelijkheid, dat men niet tasten kan, niet bevatten, niet meten en niet mun