Posts

Posts uit maart 28, 2010 tonen

Verrijs

Afbeelding
Verrijs, sta op. Wordt wakker. Ik spreek tot wat diep, diep in jouw binnenste is. Laat het wakker worden, laat het spreken. Laat het spreken in je hart. Voel het in jezelf. Het is binnenin jou, en wil in jou meer en meer verrijzen, tot opstanding komen. Zichzelf openbaren door jou heen. Dit is mogelijk, als jij wil verdwijnen. Als je alles wat je denkt te zijn, wil zijn, wil laten verdwijnen. De emoties laten verstillen. Het voortdurende jagen laten eindigen. Alles waar je op gebouwd hebt buiten jezelf weer af laten breken. Alle afhankelijkheid loslaten. Het wil tot opstanding komen, het wil verrijzen in jou. Het wil zich openbaren, laten zien, uitstralen. Tot handelen komen door jou heen. Als jij wil. Als jij het werkelijk wil. De Liefde wil in jou opstaan. Het Weten wil in jou opstaan. Als jij het ook wil, is het mogelijk. Jezelf overgeven aan de Liefde die er altijd is. Als jij jezelf wil overgeven. Als jij wil verdwijnen, minder wil worden,wil verstillen, meer en meer. Als jij wil

de kruisiging

Afbeelding
Het kruis dragen. Het kruis dragen wat leven heet. En ieder heeft weer een ander kruis te dragen. Lang geleden was er een Mens die het kruis vrijwillig droeg. Hij wist de betekenis en droeg het gelijkmoedig, speelde de rol die Hij moest spelen. Hij kwam, en raakte aan. Zoveel dat Hij aanraakte in mensen. Gaf mogelijkheden. Niets was toevallig. Alles paste in elkaar, had een betekenis. De gebeurtenissen volgden elkaar op. Deze Mens droeg Zijn kruis Zijn leven voor anderen mensen. Daarin lag Zijn betekenis. Daarvoor was Hij gekomen. Om iets uit te dragen. Om iets voor te leven. Om iets aan te reiken. Om het hart te raken van ieder die ontvankelijk was. Om een wending teweeg te brengen. En velen harten heeft Hij geraakt. Beroering gebracht. Heel veel heeft Hij opgewekt. Zichtbaar gemaakt. Het staat geschreven in vele geschriften. Maar of wat geschreven staat de Waarheid was? Zoveel is geschreven. Hij was die Hij was. En Hij droeg Zijn kruis, Zijn leven tot aan het eind. Hij was trouw aan

de uitnodiging afsluiting

Dumas had gelijk. Geld is brood. En brood is heilig. Geen mens kan hier op de wereld leven zonder brood en we weten het allen, ook de kooplieden weten het heel goed: van brood alleen kan men niet leven. Want niet het brood is het dat ons doet leven. Het levende leven doet ons leven, de levende God doet ons leven. Hij voedt de mens en de mens weet het niet omdat hij het brood van de feestdis afwijst. Het levend brood, het brood des hemels. Er is maar één stap nodig, één woord voor altijd: ik neem de uitnodiging aan voor dit ene ogenblik in de dag. Dit aannemen is een positief gebaar. Er is geen aarzeling in, geen terugdeinzen voor de consequenties al zou de hele wereld u er om verloochenen. Het betekent dat u terwille van het al-ene afscheid nemen kunt en wilt van al het andere, het vele en veel te vele. Ieder mens weet als iets onherroepelijks dat dit afscheid eens moet komen ook al stelt hij zich dat dan ook in beperkte wijze als de dood voor. Het merkwaardige is dat het aannemen van

de uitnodiging 4

Zullen de handelaars en de kooplieden niet gaan? Zullen ze zo bezeten blijven? Het is geen vraag van eerlijkheid of geen eerlijkheid. Van goede daden of zwakheid in het dagelijks leven. Het gaat om het feit of u deze dingen wilt verlaten in u zelf, uw eerlijkheid en oneerlijkheid, uw goedheid en uw slechtheid, want, één ding is goed: het al-ene, God is goed, de levende, de altijd reinigende, de altijd vergevende en vergeldende, de altijd over- en overstromende; het moment, het ogenblik tussen toen en straks, tussen er was eens en er is nog niet; grijp het aan, het is het uwe. Ontworstel u aan al het andere in u. Vrees het geweld van het leven niet, vrees de grote verandering niet. Gij zit in Hem en Hij is in u. Hij is volmaakt en volkomen veilig, want niets kan u zelf geschieden naar uw ware afkomst. Er is geen bedreiging voor u, geen verderf en geen vergankelijkheid. Want ge zijt geworteld in het momenteel levende, dat is het levende voor altijd en van daaruit zult ge weten dat uw weg

de uitnodiging 3

Het is het blijvende bij uitstek, het verdroogt niet, het vergaat niet, het behoudt eeuwig en eeuwig zijn frisheid en zijn oorspronkelijkheid, het licht der lichten, de kracht der krachten, de god der goden, de eeuwige beweging die is als stil, het niet te bevattene, het ondenkbare, het enig waarachtig werkelijke en daarin heeft de mens zijn oorsprong en hij kan het maar niet geloven. O die mensen die met een verachtelijke glimlach bedanken voor de uitnodiging, o die rekenaars en bezitnajagers die denken dat het leven van de mens is als dat van een eendagsvlieg. O allen die denken dat de mens iets is dat uitgewist kan worden omdat ze gaan redeneren en vergelijken en van het menselijke leven een rekensommetje maken door zijn jaren op te tellen en te verzekeren dat het nu langzamerhand wel tijd wordt dat hij van de aardbodem verdwijnt. Hoe is het mogelijk dat men zo weinig van het leven weet. Dat men het niet vermoedt. Dat men stikt in zijn eigen vooroordelen en eigenwijsheid, dat men zi

de uitnodiging 2

De wereld blijft wel draaien en uw noodzakelijke werk ook. Luister: de gastheer nodigt u uit aan zijn feestmaal; loop niet door, loop éénmaal per dag niet door. Verlaat de tijd voor een brokje eeuwigheid, verlaat alle belangen voor een sprankje God, doe uw o zo belangrijke leven eens één ogenblik op zij, uw welvaart, uw jaloezie, uw ziekten, uw angsten, uw onrust, uw verschrikkelijke noden, uw leven en uw dood en alles wat u zich aan ervaring en rijkdom aan inhoud hebt vergaard, laat iedere dag het ogenblik terugkeren dat al verloren is, de innerlijke armoede, waarin u vergeet iets te bezitten, iets voor u zelf te vragen, iets te willen hebben. O, één moment. Eén ogenblik voor het bewegende leven temidden van al het verstarde en stilstaande en vertragende. Want ziekte wil beklijven, en bezit, verdriet wil niet heengaan en verbittering, angst laat zich niet van haar zetel verdringen en het gevoel van tekort gekomen te zijn, iedere wrok, ieder achterdenken, ieder wantrouwen wegdoen, iede

de uitnodiging 1

Jezus zeide: een man had gastvrienden. En toen hij de maaltijd klaar gemaakt had, zond hij zijn dienaar, opdat hij de gastvrienden zou uitnodigen...... De dienaar kwam, hij zeide tot zijn heer: Zij die ge uitgenodigd hebt voor de maaltijd, hebben zich verontschuldigd. De heer zeide tot zijn knecht. Ga uit op de wegen, breng hen die gij zult vinden, opdat zij maaltijd houden. De handelaars en de kooplieden zullen niet ingaan tot de plaatsen van mijn Vader. Het is een overbekende gelijkenis. Door het vele gebruik krijgt het overbekende iets overrijps. Dan zeggen de mensen: o ja, dat weet ik wel, dat is van het gastmaal waar niemand van de gastvrienden komen wilde, want ze hadden het te druk. Zaken gaan nu eenmaal voor een feestmaal en bovendien, dat feestelijke... en menigeen vindt het feestelijker zijn eigen belangen te behartigen in deze aardse contreien en te zeggen: dat feest heeft nog wel de tijd, het kan altijd nog. En men laat de gastheer staan. Misschien had hij gezegd: het zal m