Posts

Posts uit 2010 tonen

Afscheid

Afscheid nemen. Niet altijd makkelijk. Zoveel dat was. zoveel dat zo mooi was zo lief was zo fijn was. Zo intens en vreugdevol. Zoveel dat pijn was dat verdriet was dat verwarring was dat boosheid was. Ook dat is vaak niet makkelijk los te laten. Afscheid nemen van de tijd. Afscheid nemen van wat binnen de tijd plaats heeft gevonden. Is dat mogelijk? Afscheid nemen van n jaar. Een vol jaar van leven en beleven van emoties en verlangens. Een vol jaar van ontmoetingen en moetingen. Vol van werk en leven. Vol van kinderen en relaties. Vol van bezig zijn met zoveel. Zo vol hiervan zijn. Zoveel dat zich opgebouwd heeft binnen situaties waar verwarringen ontstaan zijn in intermenselijke relaties, spraakverwarring. Niet meer tot elkaar kunnen komen. Een jaar vol met zoveel. En nu mag je afscheid nemen. Een kans. Alsof er niets was. Afscheid nemen met n hart van liefde. Dat t toch goed was. Dat t was wat t was. Er werd iets zichtbaar, er werd iets getoond, In dat wa

analyse van een mythe

Diep in ons is de herinnering begraven van thuis te behoren in een andere wereld, een wereld van licht en heerlijkheid, van harmonie en warmte. In deze herinnering leeft een beginsel voort dat steeds weer aan ons een inzicht tracht te verschaffen hoe die oorspronkelijke staat hersteld kan worden en een weg 'terug' kan worden aanvaard teneinde uit de doolhof der wereld te geraken. Want daarin is de ziel een prooi geworden van lichtzinnigheid en ongeduld en verdwaald geraakt in de eigen schepping, waardoor ze de duisternis heeft leren kennen, die oorspronkelijk niet haar deel was. 'Eindeloos zoekend, klagend en berouw hebbend, terwijl ze haar passie omzet in materie en haar verlangen in God.' Welk een vreemdheid overvalt de mens als hij zich afvraagt waarom en hoe hij hier gekomen is, welke toch zijn drijfveren zijn geweest en vooral hoe hij zich bewust heeft te worden van een verloren weten en een nieuw 'zijn' dat als een licht hem de weg zal wijzen uit het la

ben je gek

Afbeelding
Zijn we niet een klein beetje gek? Of n beetje veel? Och ja, heb r geen probleem (meer) mee dat we beetje gek zijn. Maar toch, als je er goed naar gaat kijken proberen we met z'n allen iets te bereiken wat op deze manier nooit te bereiken valt. Het valt niet buiten onszelf te vinden, in van alles doen of niet doen, in een boel activiteiten daar ligt de kern. Maar ja, de hele wereld is zo geprogrammeerd dus t valt niet zo op dat we met z'n allen beetje gek bezig zijn. We hebben eindeloze theorieën dat t allemaal heel zinvol is wat we doen. We bevestigen elkaar hierin, bekrachtigen dat dit zo is, dat het heel zinvol is. Ieder heeft dan weer een ander programma, een ander geloof, een andere ideologie. Zo blijven we gescheiden in hokjes, eindeloze hokjes. Symptomen als dingen uit de hand lopen in onszelf of in de maatschappij worden bestreden. Maar er wordt niet echt gekeken daar waar de oplossing is. Die ligt in onszelf. Niet als een mooie nieuwe theorie, een nieuw d

het verloren schaap afsluiting

En de mensenzoon zal staan op de drempel van het nieuwe beginnen, altijd en altijd. Dat is de open deur en wij begrijpen de vreugde die een mensenkind ten deel zal vallen en die zelfs die der engelen zal te boven gaan. We hebben een waarachtig geweten dat nooit begeleid wordt door angst en bedreiging der opvoeders. Nooit door: je moet. Het geweten zegt niet: Je moet. Het kent geen bevel. Het heeft een fluisterende stem en werkt als een herinnering. Als de zang van een verre vogel. Het geweten als een herinnering is eerst vaag als een belofte die bijna niet te geloven is, een herinnering aan het land van generzijde waar geen mens is afgesloten, al heeft hij zijn ziel nog zo afgegrendeld. Het helpt niet. Het aldoordringend-noodwendige, de stem van de roepende, de zachte stem, de stil naderbijkomende, de hand die zich uitstrekt om het stervend vogeltje weer op te nemen en de kracht die het vogeltje maakt tot een zich verheffende phoenix verrijzend uit de brand. Het bespeuren van het nie

het verloren schaap 5

De verdwaalde jonge vruchten zijn als de verloren jonge dieren, het lam Gods, waarvoor de goede herder zijn leven laat.De goede herder laat het om het zelf weer te ontvangen, vernieuwd, in de glans van het beginnen en wordt weer tot vrucht in een eeuwig rijpen. De goede herder is het eeuwig rijpend beginsel in de mens, onuitroeibaar als het mysterie van het leven zelf. De goede herder, de mensenzoon geeft van ogenblik tot ogenblik zijn leven als een ononderbroken geboren worden, een ononderbroken vernieuwing. Er is geen plaats voor vasthouden, voor zelfhandhaving of perfectionering. Zij die zichzelf zoeken in zelfzuchtig drijven zijn geen ware herders. Zij zijn de bedervers, de machthebbers, de slavenhouders en de dwingelanden. Zij roepen zich uit als herders der verlaten kudde, bemoeien zich met de menigte als massa waarover zij zich ontfermen. Zij nemen ingrijpende maatregelen, keren de dingen binnenstebuiten, leven met hen in een voortdurende omwenteling, verbeteren en breken af,

Lichtgeboorte

Afbeelding
lieve jij En toen was het Licht geboren. Zoooo kwetsbaar. Niet het Licht maar wij in het ontvangen in het ons openen voor dit Licht. Voor de inwerking voor t zo anders voelen en beleven. Alles zo anders. Door het Licht heen de wereld in kijken. Alles zien in dit Licht. Alles komt in n ander licht te staan, krijgt n andere belichting. Een feestelijk gevoel in dit Licht. Lichte blijheid. Een voelen in je hart ja dit is Het. Dit is het Licht. :))) Nu mag je het koesteren. Nu mag je jezelf koesteren in dit Licht. Je laten doorstralen door dit Licht. Je laten verwarmen door dit Licht. Je meer en meer laten vervullen in het je meer en meer openen voor dit Licht. Ja het Licht is geboren. De Liefde is geboren. Je Weet het. Je voelt het. Maar de wereld om je heen weet t niet. En daarin een voelen jezelf zo kwetsbaar. Zo anders zijn in dit beleven. Dat alles anders geworden is. Maar het Licht is er voor jou. Het Licht is voor jou gekomen. Het Licht is nu in jou

het verloren schaap 4

Wat verbindt de interval tussen systole en diastole, het ja en het nee, het ene en het andere, yang en yin, de in en de uitademing, het begin en het einde? Wat rijgt het ene aan het andere? We weten wat de klop is van het hart. Weten we ook wat de klop is van de ziel? Simone Weil zegt dat het Griekse woord dat men met geest vertaalt, letterlijk vlammende adem betekent, adem met vuur vermengd. Dan brengt ons die vlammende adem dicht bij de wedergeboorte die in onze ziel plaatsgrijpt in een vermenging van water en vuur. Wat wordt geboren uit de in- en uitademing, uit onze harteklop, uit Ik-inademen en Aum-uitademen. De kracht van bim-bam en tik-tak. Waar is het einde van I en het begin van A? Het kostelijk onnoembare moment tussen 'niet meer en nog niet'. Hier ligt de open deur. Hier is het ogenblik ter ontkoming, het ogenblik der verandering. Hier is het begin van het eind. Hier is de doorbraak van de huid, van de begrenzing en het binnengaan in een nieuwe wereld. Al het ande

het verloren schaap 3

Maar in de geschiedenis zoals wij die kennen is het kalf, het schaap, het lam weerloos. Het is stil en rustig als het wordt gevonden en de herder neemt het op zijn sterke schouders en vlijt het om zijn hals en brengt het weer thuis. Wat heeft het lam gevonden door gevonden te worden? De open deur die toegang geeft tot de eeuwig grazige weiden! De volheid van het ware leven waarin geen verboden zijn, geen angsten en geen overtredingen. Want alles ademt er harmonie en de goedheid van het leven. Wat is er dan te overtreden en wat voor zin heeft daar de angst? Daar is het binnengaan in een nieuwe wereld. In ons het geringe spoor, het niet geziene dat toch de oorsprong is van alle werkelijk zien. Het verbindt ons met de andere wereld in ons over de drempel van de open deur. De mensenzoon is de innig liefdevolle en zeer schone en stille mens, de mens van het ontkiemen van het verrijzende leven, van de wedergeborene. Als de grote verandering heeft plaatsgehad is er geen onderscheidenheid m

het verloren schaap 2

Is niet ieder mens betrokken op het land van zijn afkomst? In ieder is de lichtschakel die hem met zijn oorsprong verbindt. Deze terug te vinden is het vinden van het innerlijk kleinood. Het zich losmaken van allerlei dwingende overheersingen en eigenaardigbindende tirannieën, biedt een eindeloze schakering van wederwaardigheden die in een bonte veelheid worden beleefd. Dit gaat gepaard met nu eens een verschrikkelijke strijd die tot in het merg wordt gevoeld en dan weer met een uitzicht op humoristische in- en doorzichten omdat de weg ter bevrijding tenslotte door vreugde-fanfares wordt begeleid. Natuurlijk worden deze spontane uitingen in vele gevallen tot stille ingetogenheid teruggebracht. Er is veel overeenkomst met de tien fasen van de verloren os zoals die in de Zen-leer tot ons is gekomen. De herder gaat uit om zijn weggelopen os te zoeken. Hij is 'verdwaald op de onbegaanbare paden van de verre bergen'. Wie weet was ook hij op weg de grazige weiden te ontdekken. De h

het verloren schaap 1

Het was een kudde van honderd schapen en een ervan was ongehoorzaam en onttrok zich aan de troep en werd tot een zondig schaap. Het deed niet meer mee en nam zijn weg naar de bergen. Waarom? Het was eigenzinnig en wilde weg zijn, waarschijnlijk helemaal weg en niet meer aanwezig. Het zocht niet de dood maar de eenzaamheid. Het zocht de verlorenheid. Het mankeerde, het was er niet meer. Dat nu was de eigenlijke zonde. Er niet meer zijn. 'Chata' dat eenvoudig betekent mankeren, een fout maken, iets doen ontbreken. Het verloren schaap heeft inbreuk gemaakt op de bestaande gang van zaken. Het luisterde nergens meer naar en waar blijf je dan. Het sloeg geen acht op het geboren zijn in de collectiviteit van het dagelijks leven, in de veiligheid der gehoorzaamheid aan de clan, de stam, de familie. Wat is dat voor een drang die het schaap verleidt de bergen in te trekken of de woestijn? Was het gebeten door de slang die het verward had met de vruchten van de boom der kennis van goe

de Universele Geest

Afbeelding
Er is iets in ons wat onaantastbaar is en in Dat zullen we weer waarlijk samenkomen, eenworden, versmelten. Geen subjectief beleven, maar objectief puur hetzelfde ervaren daarin één Zijn. Er is maar een Liefde, de Essentiële Liefde. Die kan van binnenuit vrijkomen. Als die in iemand vrijkomt is dit steeds weer dezelfde Liefde, dezelfde Compassie, hetzelfde Leven. Geen gekleurde blik en beleven vanuit een bepaalde achtergrond, vanuit het verleden, maar tijdloos en universeel. Dat, de Essentie kan steeds krachtiger in ons gaan werken. Het kan een innerlijk richtsnoer worden van waaruit we het levenspad gaan, onze keuzes maken, onze stappen zetten. Het is Bewustzijn, het is wat we Zijn. Wat we Zijn kan ons aan de hand nemen, leiden/begeleiden van binnenuit waardoor uiteindelijk alles wat we dachten te zijn, alles wat van ons ikje is, ons ego is, verdwijnt. Omdat onze Essentie, ons Zijn het witte Licht dit doorziet, begrijpt, Weet. Het Weten in het hart. Naarmate dit proces zich ver

Jezus onder de mensen afsluiting

Maar het licht dat Hij in het mensendom ontstak is niet meer te doven. Hij zelf is het die in dat licht leeft. Een ieder mens zal dit moeten erkennen, omdat het beginsel ervan in hemzelf aanwezig is. Hij zal dan de weg vinden tot oplossing van zijn lijden en tekorten. Want alle fouten en dwalingen, alle zonden en ziekten van de mensenkinderen ontstaan door gebrek aan dit licht. Al die vertwijfelde mensen, al die zoekers en smachters, allen die in de ontkenning Gods leven en zich zo machteloos gevoelen, zij hebben vergeten dat de oplossing voor al hun noden in hen zelf ligt, binnen in hen zelf. Het gaat niet om goed en kwaad. Deze weg bewandel je niet om deugdzaam te willen zijn. Maar je zoekt hem uit innerlijke nood gedreven en het is bijna verpletterend van vreugde als je ontdekt dat het werkelijk waar is, al lig je dan ook als een zwakke vlonder op de rand van de afgrond. Hij leeft niet in die zin onder de mensen dat hij zich bekend zou maken en zeggen: ik ben Jezus de Nazarener. Na

Jezus onder de mensen 4

Afbeelding
Het is niet waar dat God dit ooit gewild heeft. De mens Jezus heeft dit lijden op zich genomen als gevolg van zijn verlossingsweg en zijn liefde tot de mensheid. Een goddelijk willen waarin hij zich niet heeft ontzien en waarvoor hij de bittere beker tot de laatste druppel heeft geledigd. Door deze onbeschrijflijke daad heeft hij voor altijd, zolang er mensen op aarde zullen wonen, een weg gebaand en een deur geopend 'ter ontkoming' aan iedere vorm van slavernij en menselijk lijden, wat alleen door de liefde Gods, waarvan zijn boodschap overstroomde, is mogelijk gemaakt. Het is niet mogelijk deze wereld ooit geheel van lijden te bevrijden. Het lijden is een noodzakelijke voorwaarde voor het vergruizelen van de versteende harten en het bewerken tot een vruchtbare akker. Voor de mens die een weinig van deze godsmensenliefde kent, is het leed niet erg omdat dit vernietigd wordt in de vlam waaruit het mensenkind voor eeuwig zich vernieuwen zal en worden zal tot levend, lichte

Jezus onder de mensen 3

Indien wij eenmaal ontbranden zal dit licht ons nimmer meer geheel en al verlaten. Het zal toenemen in ons leven wanneer wij er ons naar richten en op de dag van het overschrijden van de drempel van het innerlijke rijk zal het één met ons worden. Als het licht der zon onbelemmerd onze kamer binnenschijnt, hoever overigens de eigenlijke lichtbron ook van ons verwijderd mag zijn, zeggen wij: er is zon in de kamer. In alle licht is zon en in alle zon is licht. Acht gij het niet mogelijk dat gij innerlijk deel kunt krijgen aan het licht en dat dit het licht der wereld is? Daarom, als men hem ontmoet, begint de warmte en de liefde en zijn licht in uw hart naar binnen te schijnen, hoewel hij zegt: 'Alles wat ik tot u spreek zeg ik uit mij zelve niet; doch de Vader die in mij woont hij doet zijne werken' Het maakt duidelijk hoe de godheid zich vermenselijkt tot Vader en deze zich tot zoon in het innerlijke leven, d.i. de Christus, de gezalfde. Indien een mens voor zich deel krijgt

Jezus onder de mensen 2

Het is het licht dat op de weg schijnt die wij gaan en wij ondervinden aanvankelijk hoe moeizaam het in de duisternis onzer onbewustheid tot een groter vermogen komt. Het is de heilige geest die in ons de vonk aanblaast tot vlam. Dit heeft niets van doen met onze overdenkingen. Het is een innerlijke aangelegenheid, zoals liefde tot de waarheid, liefde tot het licht, liefde tot onze oorsprong, liefde tot de ontwakende zoon in ons, alleen maar beleefbaar is. Het zijn dingen die tot het werkelijke en dagelijkse leven gaan behoren en die geheel uit eigen beweging geschieden, niet door dwang van buitenaf. Het is eenvoudig een gevolg van innerlijk ontwaken in licht en kracht en als er sprake is van het ontluikende echte en ware dan moet al het andere in ons zich daaraan onderwerpen, al gaat dat gepaard met eindeloze tegenspraak. Want op dit pad moet steeds weer de overwinning worden bevochten. Ik leef en gij zult leven. Gij zult eeuwig leven als gij hem ontmoet en herkent. In die ontmoeti

Jezus onder de mensen 1

'Maar gij zult mij zien; want ik leef en gij zult leven.' Joh. 14: 19-20 Hier is de ontmoeting. Maar niet ieder ziet hem. En dat is altijd het struikelblok. Wij hebben ogen en wij zien niet. Wij hebben oren en wij horen niet. En dit is zo vaak herhaald, ook door die mensen die niet zien noch horen, dat het in de regel niets meer zegt. Want welk een bron van twijfel of inbeelding is door deze woorden niet ontstaan. Wie durft er voor uit te komen dat hij innerlijk heeft leren zien en horen. Hij loopt kans uitgelachen te worden of beschaamd gemaakt. Hier geldt hetzelfde als de reactie van Fillipus op de woorden van Jezus in Joh: 14: 'Indien gij mij gekend had zoudt gij ook den Vader gekend hebben. Thans reeds kent gij hem en hebt gij hem gezien'. Maar Fillipus zeide tot hem: 'Heer, toon ons den Vader, en het is ons genoeg'. Dit is een illustratie van blindheid, van niet zien zodat al de woorden die Jezus uit zijn innerlijke wereld, de onzichtbare, had gesproke

brein Ziel Geest

We zitten vaak te vol met onszelf met beelden, veronderstellingen waardoor we elkaar niet meer zien, niet meer zien wat is. Dat is t grote manko van de hulpverlening. Zoveel geleerd, alles in hokjes gezet van zo is het, en dat moet gebeuren maar de client wordt niet meer gezien. Er wordt niet meer gevoeld en ervaren wat is. Er is zoveel meer maar dit is niet te bevatten met het brein, met het verstand. Die blijft er altijd buiten in interpretatie en invulling. Ook algemeen vaak in interactie met elkaar, we zitten te vol, zetten elkaar vast in beelden. Er is een reservoir aan Leven aan beleven dat onuitputtelijk is, maar dit gaat buiten het brein om. Het heeft niets met het brein te maken. Het is levend, vibrerend, steeds weer nieuw, echt het Weten, het Bewustzijn. De Ziel is daarin een soort van tussenkanaal die zich open kan stellen voor de Geest, voor wat in de Geest is, zodat de Geest, het Eeuwige zich in de Ziel kan uitgieten, zoveel de Ziel maar kan bevatten. Het is de uitdagi

het Heilige afsluiting

Op het ogenblik dat de nieuwe maan geboren werd had de overheersing van het weerspiegelende maanleven als aardse belevenis opgehouden en was daardoor de mogelijkheid geschapen een nieuw leven te beginnen waar de tirannie van onze zintuiglijke en zinnelijke voorstellingen die door ons brein dat in de tegenstellingen verstrikt was als echte realiteit werd aanvaard. Dit 'verloren' ogenblik bevond zich dus tussen de twee elkander weerspiegelende gestalten zoals we die ook in de ark als de tegen over elkander geplaatste cherubs terug vinden. Het binnengaan van de onsterfelijke en eeuwige God is het ogenblik waarin het mensenkind innerlijk aangeraakt wordt tot een nieuw leven. Maar de vernieuwing ligt in het aanwezig zijn, in het bewustzijn waar het maan-bewustzijn, de nacht-zijde en duisternis van het aardse leven (de buitenste duisternis) ophield te overheersen waardoor het ogenblik van de nieuwe geboorte vermocht aan te breken. En zoals iedere maand deze mogelijkheid der 'onb

het Heilige 1

Als er sprake is van een bovenaardse macht, heersend in een voorwereldlijke sfeer, van voor de grondlegging der wereld, een macht die haar wortels heeft in de oneindigheid en onvergankelijkheid, ondenkbaar en onvoorspelbaar en deze macht zou zich willen openbaren, waar zou dan het bemiddelingspunt moeten liggen? Het zou een plaats moeten zijn waar het oneindige zich 'vereinigde', het onvergankelijke een verbinding zou aangaan met het vergankelijke. Het zou aan de rand staan van twee werelden, de wereld van het leven en de wereld van het sterven. Het zou een voor mensen onaanraakbaar gebied moeten zijn d.i. heilig, en dit gebied kon alleen betreden worden door die mensen die in zich het tijdelijke met het eeuwige verwisseld hadden en aldus van de dood niets meer hadden te vrezen. Daardoor is te begrijpen dat de plaats van het heilige het graf is voor alles wat sterfelijk is maar een opstanding voor wat heilig en goddelijk genoemd wordt. Het is hetzelfde als uit het verderfelijk

All-een

Dat is de kern, in ons diepste Wezen zullen we all-een zijn, zijn we all-een maar nooit eenzaam. Dus als we die Kern vrijmaken is eenzaamheid van de verleden tijd. Dan ben je verbonden, een, met alles en iedereen. Dit vrijmaken gaat natuurlijk niet vanzelf. Er is geen wonderformule voor, het is geen denkspelletje, het is iets van ont-dekken. Het heeft ook met begrip te maken. Over je medemens, dat we allemaal gewoon heel lieve mensen zijn maar door omstandigheden, ervaringen uit het verleden, vaak heel misvormd geraakt zijn, onszelf kwijt geraakt zijn. Maskers opgezet, muren opgebouwd, ons verschanst achter bepaalde zekerheden. Maar dit is niet de hele mens. De ware Mens zit daaronder. De kwetsbare mens vaak, het gevoel verstopt, de pijn verstopt, of niet meer weten dat t anders is omdat het zo weggestopt is dat je er niet meer bijkan. Dit is natuurlijk ook nog niet de ware Mens. Maar deze mens, de kwetsbare mens, de verwonde mens kan pas geheeld worden als zij deze wonden mogen

een enkel ogenblik afsluiting

de wil tot licht is licht. In de wil tot kracht is kracht. In de wil tot leven is leven. Ik wil het licht, de kracht en het leven. Geef deze wil nooit prijs. Ook voor de dood niet. Zeg nooit tot de dood: ik wil niet meer leven. Zeg tot hem: ik leef en blijf leven en laat dit niet onderbreken. Er is 'een weinig levens' in de mens waarover de dood geen macht heeft. Ge kunt het gewaarworden in uw eigen binnenste. Het is het zelf, het ik zijner ondeelbaarheid, zijn individualiteit. Het is het zegel Gods, het stempel der gezalfdheid. Natuurlijk is het een geschenk, ge krijgt het uit liefde geschonken en kunt het alleen in liefde ontvangen. Het ligt op u te wachten. Maar wil dan ook niets anders. Er is veel dat wij moeten en weinig dat wij willen. Er is veel dwang in begeren en verlangen en weinig vrijheid nog tot willen uit eigen beweging. Toch is dit er ieder ogenblik, ieder ogenblik; nu als u dit leest is het er. Kies het voor altijd en eeuwig. Kies het. Het is het sc

een enkel ogenblik 5

Maar hoe moet het verklaard worden als iemand beweert dat hij in zich het rijk Gods gevonden heeft en het licht en de zuiverheid, de kracht en de heerlijkheid ervan beleeft, niet omdat hij het als bij een computer van buitenaf erin stopt maar omdat hij het zich van binnenuit als de grootste realiteit vermag te openbaren, een werkelijkheid waartegen iedere andere realiteit teniet gedaan wordt omdat het een aloverwinnende werkelijkheid is. Dit zou een zeer gelukkige situatie opleveren, niet van een zelfzuchtige en verstarde onverstoorbaarheid, maar die van die merkwaardige zekerheid waarin de mens weet dat hij op een wijze liefheeft die door niets en niets onderbroken worden kan. Dit is een stralende en zeer positieve werkzame onverstoorbaarheid. Dit stelt hem in staat bij wijze van beproeving, de diepste verlorenheid te doorstaan, waarin hem iedere hoop, iedere verwachting naar toekomende dingen, iedere eerzucht van te willen bereiken of te willen bezitten uit hoofd en hart geslagen

een enkel ogenblik 4

Dat een mens hierbij de hulp inroept van Christus of een Heiland waarin hij zijn geloof heeft is heel begrijpelijk en ligt zelfs voor de hand. Ik zou haast zeggen, zonder die hulp redt hij het niet. Het gaat hier immers niet om het 'alleen doen' uit een soort van eerzucht van: dat varkentje kan ik alleen wel wassen. Hij zal tot de ontdekking komen dat de nood waarin hij naar zijn afgescheidenheid verkeert zeer dwingend en zeer dreigend kan zijn. Dit is weliswaar een spel in zijn verbeelding van die duistere machten zelf waaraan hij dan is uitgeleverd, maar het ligt voor de hand dat hij alle hulpmiddelen te baat neemt om onder die dwangmatige toestand van lijden of vereenzaming uit te komen. Want wat een mens zelf aanricht om die afgescheidenheid te beladen en te belasten grenst aan het ongelooflijke. De hardheid van zijn oordelen hetzij tov zijn medemensen of tov zichzelf of van een andere vermeende godheid is menigmaal als graniet. Daarop is hij dan nog trots ook en zal zelf

een enkel ogenblik 3

Maar het leven zelf doorstroomt, doorstraalt, doorlicht mij en ik ken er uit ervaring de oorsprong van en die oorsprong noem ik God. De mens leeft in God en hij is het zich niet bewust. Daarom moet hij zoeken in de donkerte van zijn onbewustheid, hij moet de weg in zichzelve zoeken en zien te ontwaren dat 'het licht in de duisternis schijnt'. Heeft hij een weinig van dat licht gevonden door liefde en aandacht ervoor, dan zal hij telkens weer dit sprankje opzoeken in zichzelve en er altijd naar uit blijven zien, als een geliefde naar zijn geliefde. Want het geliefde is als licht. Hij maakt het licht tot zijn geliefde. Voor ieder mensenkind schijnt er een licht, niet als een begrip in zijn hoofd, maar als iets levends en opwekkends in zijn ziel. Dit laat zich eenvoudigweg niet verduisteren. Hij zal het voortdurend willen als hij de ambrozijn ervan eenmaal gegeten heeft en de nectar ervan geproefd. Dit is een licht en een liefde die geen roes veroorzaken maar die helder schijnen

een enkel ogenblik 2

Wij scheppen altijd tegenstellingen als wij beweren dat het een ander is die het heeft gedaan en niet wij zelf. Doordat wij een ander aansprakelijk stellen leven wij direct in tweedracht en is de eenheid die harmonie is, verbroken. Wij leven in een verbroken harmonie. Wij geloven in de meeste gevallen alleen maar in de man en de vrouw en vergeten dat zij mensen zijn. Wij geloven in het licht en de duisternis en geloven niet in de ene klank die uit beider inwerking voortkomt. Zo is het ook met goed en kwaad. Wij durven het kwaad niet bewust in ons te betrekken en op te nemen in onze menselijkheid opdat het zich verzoenen zal met het goede dat er is en waaruit een nieuwe gestalte wordt geboren. Als ik mij met mijn angsten verenig en daardoor hun oorsprong bewust word krijgen deze afbrekende krachten een nieuwe functie in het ontstaan van het innerlijk evenwicht. In de werkende eenheid is alles één. Er is niets dat er buiten valt. Maar het kwaad is dan geen kwaad meer en het goed niet ee

een enkel ogenblik 1

De weg te beginnen vraagt één enkel ogenblik. Het is het ogenblik dat Paulus bedoelt als hij zegt: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden. In een punt des tijds, in een ogenblik. Wat Paulus met de aanduiding 'wij zullen wel niet allen ontslapen, bedoelt zal slaan op Ps 13:4 dat luidt:... 'Mijn God verlicht mijn ogen, opdat ik in de dood niet ontslape'. De zelfverandering die door wilsomkeer plaatsvindt leidt niet bij een ieder direct tot de overwinning van de dood maar wel uiteindelijk tot het gevolg ervan. Want niet sterven in de dood betekent: in het bewustzijn te ervaren dat de dood het leven niet vermag te onderbreken, zodat een mens daardoor het eeuwige leven zal kennen. In Ezra is sprake van de bouw van de tempel en de aanduiding dat ons een nagel gegeven is ter ontkoming duidt op het bouwen in ons lichaam, dwz in onze ziel aan de tempel die wij zelf moeten worden. Niet alleen Jezus spreekt over de tempel van zijn lichaam maar

uiteenvallen

Vindt t een mooi woord, uiteenvallen. Komt zoiets naar boven, als we niet uiteen durven te vallen, kan nooit dat Nieuwe door ons heen opstaan, kunnen we ons nooit werkelijk vernieuwen. Dan zullen we alleen maar kristalliseren. Een dikke korst om ons heen laten groeien van ideeën, beelden, gedachten, noem maar op, waar niks meer door kan. Dus daarom helemaal uiteenvallen, neerstorten. Dat het leven je even helemaal vermorzeld. Dit toe durven laten dat dit kan, dat dit mag gebeuren. Een soort sterven, waardoor waarlijk iets nieuws in ons wakker kan worden, zichtbaar mag worden. Dat er ruimte mag komen voor t Eeuwig nieuwe, vernieuwende. Durven toelaten wat is, geweldig. Durven gewoon die pijn te voelen, dat klotengevoel, die zo 'lelijke' gedachten/emoties. Dat alles er mag zijn. Dan kan t verdwijnen, oplossen. Puur en kwetsbaar durven zijn. Het echt niet meer weten, totaal wanhopig en weerloos, zodat het Weten kan spreken en je weer mag helen, transformeren. Onszelf zijn, m

levensvervulling afsluiting

Waar is onze oorsprong? Waar onze aandacht voor wijsheid en waarheid, vreugde en schoonheid, kracht en geluk? Wat de mensheid nodig heeft, is liefde. Liefde is eigenlijk een duister gemaakt woord. Maar als wij de zin ervan beseffen, is het iets dat in de mens haar aanleg leeft en snakt naar groei en toename en waarin als in een groot geheim al ons geluk, al ons welzijn, al onze onverstoorbare kracht, al onze innigheid en vermogen ten leven, en al onze diepe tevredenheid zijn gelegen. Eens gewekt, brengt het in ons een niet te belemmeren drang teweeg zichzelf te manifesteren in openheid, in licht en vreugde, in de kwaliteiten die aan haar ten grondslag liggen. Door zich mede te delen, zoals licht zich vanzelf mededeelt in alles waarin het binnen dringen kan. Is liefde niet het licht? En licht de bron van wijsheid? En wijsheid niet de beterschap? En beterschap het ware leven? Hoe groter dan de liefde, te sterker wordt de wijsheid en beter nog de beterschap, tot heilsweg van het

levensvervulling 5

Een vervuld leven willen. Dit is letterlijk gemeend. Het lichaam te weten als een vat. Overstromend van levend water. De gelijkenis uit de bijbel is zelfs humoristisch-realistisch: 'er zullen stromen levend water uit uw buik vloeien' Een boom die geen vruchten draagt, wordt omgehakt. Het bloeien en vruchtdragen behoort tot de vervulling van de boom. Dit is de zin der volkomenheid. Dwz volgekomen zijn door vol te worden. De zin van het leven is volkomenheid. Waarvan? Twijfel? Ontstemming? Ergernissen? Waarvan kan men volkomen vervuld zijn? Ellende? Slaap? Woede en wantrouwen? Wat is het stromend levenswater? Geen gedachtenstroom. Geen bepaalde bedoelingen. Nee, leven. Puur leven. Als van een stralend kind. Volgestroomd van het oer-leven in ons. Het leven uit de beginne. Helder, klaar, lichtend. Dat is de bestemming van de mens. Wees dan volmaakt, vol gemaakt. Van het Ene waarin wij geloven en dat wij willen. De kracht ervan gevoelen. Het alles ordenende. Een werkzame orde, want

levensvervulling 4

Hierin ligt voor ons de zin die wij aan het leven geven kunnen. Als wij het volkomene beogen dan bedoelen wij daarmede niet een maatstaf. Er is geen maatstaf voor volkomenheid. De kwaliteit is ondeelbaar en kan daardoor de oorzaak zijn van alle dingen. Want alle dingen onderscheiden zich in hun vorm en hun kracht. Ja, kracht wordt tot vorm. Het leven geeft zich gestalte. De mens geeft zichzelf gestalte en doet dat op allerlei wijzen. Hij kan leren gevoelen hoe zijn verbeelden, zijn scheppend denken werkt. Ook kan hij in zich leren waarnemen hoe driften zich een uitweg zoeken en daartoe een vorm in zijn lichaam scheppen. Wat is de vastheid van onze geest? Wij zeggen: de mens is naar zijn wezen een emanatie. Wat is een emanatie? Wat is haar vorm? Kan ik haar met mijn gevoel betasten? Kan ik haar met mijn imaginatie waarnemen als een straal van onnoemlijk licht? Ik kan het niet zien maar innerlijk wel waarnemen. De emanatie heeft gestalte, heeft vorm, een lichtgestalte, een krachtgestalt

levensvervulling 3

Wat voor ons van zo groot belang is, is niet wat mensen weten en denken, maar wat wij zijn. Dus: wat ik ben. Het moge waar zijn dat uit de mens een ontwikkeling is begonnen die ogenschijnlijk geen einde neemt en die om haar bij te houden een grote rusteloosheid veroorzaakt, maar ik weet ook dat deze ontwikkeling met hem op de loop kan gaan en zijn verstand erdoor op hol kan slaan. En dit beslist niet wat ik bedoel. Het moet mogelijk zijn terug te keren tot ons zijn, een toestand die een besef met zich medebrengt van niet meer te ontwikkelen maar een verblijven in onze oorsprong, onze origine en werkelijk tehuis. Zoals Lao Tse zegt: 'mijn huis niet uitgaande ken ik de weg des hemels'. Dit nu komt mij voor als een voortreffelijk bezit en het herkennen daarvan veroorzaakt een merkwaardige aantrekkingskracht omdat het blijkt dat er vele mensen zijn die wel gaarne dit deelachtig zouden willen wezen. Wij noemen deze merkwaardige eigenheid in de mens zijn ondeelbaar beginsel, zijn e

levensvervulling 2

Door zijn geboorte hier op de wereld heeft de mens zich van een lichaam moeten voorzien en daardoor zich moeten verstrengelen met de animale noden dezer wereld op een wijze dat hij er helemaal door begoocheld werd en vergat hoe in hem een beginsel is dat hem tot heer en meester maakt over zijn eigen situatie. Hij laat zich eenvoudig voortdurend door het mensendier verblinden zonder het te beseffen. Alleen wanneer het hem tè bar wordt, zijn lijden tè ondraaglijk, zijn angsten en aanzien van de dood tè dreigend, kan het gebeuren dat hij een werkelijk beroep doet op een verlosser, die hoe dan ook zich aan hem moet manifesteren. De mensen geloven in een macht vol goedertierenheid, vol barmhartigheid en bevrijdende liefde, maar het moge dan een geruststellende idee zijn dat die voor hen zorgt en zij in dat geloof geborgen zijn, dat neemt niet weg, wanneer deze barmhartigheid en goedertierenheid en bevrijdende kracht zich niet aan henzelf mededeelt als een ervaarbare en mogelijke levensins

levensvervulling 1

De schat die wij zoeken is de welbron van onze eigen geestkracht die ons vertrouwd maakt met tijdloosheid en onvergankelijkheid. Als een mens deze weg kiest, kan hij dat maar op één manier doen, nl met de inzet van zijn gehele persoonlijkheid, waaraan alle andere belangen ondergeschikt zijn. Het is zijn eerste liefde. Hij zal ook bemerken op welk een wijze hij wordt geholpen, ofschoon hij dit niet direct herkent. Er gaan nieuwe krachtlijnen in zijn leven werken en deze hebben hun invloed op de dagelijkse gang van zaken. Hij leert geleidelijk onderscheiden hoe er verschillende werelden zijn die ieder zich als een bepaalde werkelijkheid voordoen. Niettemin zijn al die verschillende werelden doorademd van eenzelfde leven zodat wij zeggen: alles is één in veelvuldige onderscheidenheid. Het onzichtbare wordt zichtbaar. Daarom is het van zo groot belang dat het punt van onze aandacht in het lichaam ligt. Want wij spreken over een lichamelijke ziel, de nephesh, en over een zielsbestaan, waa